Dat ik het niet wist, wist ik zeker. En het ongemakkelijke gevoel dat ik daarbij had maakte me wiebelig. Toch moest ik glimlachen als ik eraan dacht dat een koe me ging helpen bij het bepalen van de prijs van mijn allereerste eigen product; de verjaardagskalender.
Ik koos een zaterdag uit, dan zouden er genoeg mensen zijn. Met zenuwen stapte ik op mijn fiets richting de markt. In de weken daarvoor had ik de kalender aan familie en vrienden laten zien en meningen gehoord. Tot iemand me de tip gaf om vreemden de kans te geven erover te oordelen. Goed punt, dacht ik zelf, wel spannend. Het was precies het zetje wat ik nodig had om te beseffen dat veel mensen mij iets konden geven wat ik zelf niet kon bepalen; de prijs.
Vele jaren geleden leerde ik ooit, op de middelbare school, over de kracht van de kennis van de massa. Als je zou willen weten wat een koe weegt zou je zo veel mogelijk mensen moeten vragen wat zij denken dat een koe weegt. Het zou er dan niet om gaan dat één iemand het goede antwoord zou hebben maar dat alle antwoorden samen best wel accuraat zouden zijn. Ik was me ervan bewust dat mijn koe, de kalender, me ondertussen dierbaar was geworden. Dus de kans dat mijn waardeoordeel er naast zat hield ik wel voor mogelijk.
Ik parkeerde mijn fiets aan de rand van de markt en keek rond. De zenuwen en onzekerheid gierde door mijn lijf maar dat hield me niet tegen. ‘Goedendag, mag ik u iets vragen?’
Die middag vroeg ik meer dan zestig mensen om hun mening over de verjaardagskalender. Ook liet ik ze een passende prijs voor het product bepalen. Eenmaal thuis gekomen zette ik alles op een rij. Nu had ik kennis om mijn prijs te bepalen; niet die van mezelf, maar van de massa. Ondertussen is het een waarheid als een koe; de kalender kost vijftien euro.
Geef een reactie